Speltherapie is een behandelvorm waarin de hulpverlener systematisch en doelgericht het spel van kinderen beïnvloedt, zodat problemen die hun ontwikkeling belemmeren, verholpen of verminderd kunnen worden. Speltherapie wordt vooral gebruikt bij kinderen van vier tot twaalf jaar.

Speltherapie vindt plaats in een spelkamer. Die is zo ingericht dat het kind zoveel mogelijk vrijheid heeft om met allerlei speelgoed en expressiemateriaal te spelen, zoals verkleedspullen, gezelschapsspellen, een zand- en watertafel, poppen, dieren, voertuigen en teken- en knutselmateriaal. Het belangrijkste aan het aanwezige materiaal is dat het een appèl doet op de belevingswereld van het kind, zodat het kind in de gelegenheid is op allerlei manieren te laten zien wat het bezighoudt.

Zo kan klei als materiaal dat weinig gestructureerd is en daarmee een kind veel mogelijkheden biedt, heel geschikt zijn om faalangstige en onzekere kinderen een gevoel van controle over materiaal en situaties te laten ontwikkelen. Constructie- en bouwmateriaal biedt door zijn vorm meer structuur. Gestructureerd materiaal beperkt het kind in zijn uitingsmogelijkheden. Afhankelijk van de problemen van een kind kan dit voor- en nadelen hebben. Zo kan constructiemateriaal bij een kind met ADHD zorgen voor meer controle en innerlijke organisatie dan ongevormd spelmateriaal als water of klei.

Een speltherapeut volgt het kind in zijn spel. Dat betekent dat hij onder woorden brengt wat er gebeurt in het spel en hoe het kind de situatie beleeft. Soms speelt hij ook mee. Hij sluit aan bij de initiatieven van het kind, probeert de taal van het kind te
begrijpen en helpt het om zijn gedachten en gevoelens in spel te uiten.

Bron: NJI